Van de warme kust naar het koude binnenland

Hoewel er over Durban veel verhalen de ronde doen, hebben wij het er enorm naar onze zin gehad. Durban is na Johannesburg en Kaapstad de grootste stad van Zuid Afrika, met 3,5 miljoen inwoners. Het ligt aan de oostkust en heeft prachtige lange witte zandstranden. Omdat het er eigenlijk altijd warm weer is, worden die stranden dan ook intensief gebruikt. Durban staat bekend als een niet al te veilige stad. Er komt relatief veel geweld tegen inwoners en vooral toeristen voor. Het stadscentrum sterft na zonsondergang helemaal uit en is dan geen fijne plek om te zijn. Dit geldt ook voor enkele andere wijken. Gelukkig staat dit duidelijk aangegeven in reisgidsen en dus hebben wij een backpackers in de luxe buitenwijk Berea. Vrijdag hebben we de hele dag door Durban gewandeld. Van onze backpackers naar het strand was het ruim een uur wandelen. De stad is op een flinke heuvel gebouwd, dus is het flink afdalen en klimmen op soms erg steile stukken. Gelukkig kwamen we onderweg leuke plekjes tegen om even te stoppen. Voor zo'n grote stad is er veel groen te vinden, er zijn veel parken en ook langs wegen staan veel bomen. Onze eerste stop was bij de botanische tuinen van Durban. Na een wandeling door het park, kwamen we bij een tea garden, een gezellig terrasje in de tuinen, waar vrijwilligers voor het goede doel scones, crumpets en andere lekkernijen verkochten. Het was er afgeladen en we hebben ons ook laten verleiden tot een kop thee en een warme scone met jam en slagroom. Wij hebben ervan kunnen genieten, in tegenstelling tot de mevrouw wiens scone door een aap werd gestolen. In een boom verderop werd de scone tot de laatste kruimel opgepeuzeld. De aap trok zich niks aan van al die verontwaardigde blikken die hem vanaf de grond toegeworpen werden. Daarna verder afgedaald naar het strand met af en toe nog een koffie- of snackpauze. Overal kwamen we leuke eettentjes tegen, dus overal moesten we even stoppen en proeven. En het strand was de wandeling uiteindelijk wel waard, want dat was heel mooi. Het was ook nog eens prachtig weer, dus er waren veel mensen aan het surfen, vissen, zwemmen, wandelen, fietsen en skaten. De terugweg was pittig voor onze spieren, want het was een hele klim.
Zaterdag vonden we het nodig om de hele wandeling nogmaals te doen, want het was weer fantastisch mooi weer en lekker om buiten te zijn. 's Avonds voelden we onze voeten en spieren wel, maar hoefden we gelukkig niets meer te doen, want zaten we in een bioscoopstoel. Typische zaterdagavond activiteit vonden wij!
Zondag was het tijd om weer verder te gaan, ditmaal naar Clarens. Een dorpje in de Free State, een provincie waar niet zoveel toeristen komen. Wel een beetje spannend, want het was nogal koud geweest in het binnenland en er was zelfs op veel plekken sneeuw gevallen. In Durban was het echter 's ochtends al warm, dus gewoon in korte broek en tshirt in de auto gestapt. Voordat we de stad uit reden, zijn we eerst nog langs de bakkerij gegaan die we gisteren hadden ontdekt en hebben we broodjes en muffins ingeslagen voor onderweg. Onderweg was het mega druk op de weg. Vanwege de kou waren er veel locals naar de kust gegaan voor een weekendje weg en die gingen nu allemaal weer naar huis. Niet erg ontspannen rijden. Tijdens de lunchstop hebben we eerst onze lange broeken en jassen aangetrokken, want hier was het al een stuk kouder. Tijdens het halen van een kop koffie nog net de finish van de marathon kunnen zien, toch leuk meegenomen. Toen verder gesukkeld naar Clarens, met de Drakensbergen (inclusief besneeuwde toppen) aan onze linkerkant. Gelukkig werd het rustiger na onze afslag. We reden dwars door het Golden Gate Highlands National Park, wat ontzettend mooi, hoog, winderig en koud was. Veel goudkleurig hoog gras, op heuvels zover het oog reikt en af en toe grillige rotsen daar bovenop. Af en toe zag je nog een beetje sneeuw. In de namiddag kwamen we aan in Clarens. Dit dorpje is erg mooi gelegen, heeft veel galerieën en is vooral bekend bij Zuid Afrikaanse toeristen. We hebben hier de honeymoon suite gekregen bij de Clarens Inn Backpackers, wat voornamelijk inhoudt dat we een grappig huisje helemaal voor onszelf hebben. En aangezien het ijs nog voor het huisje ligt, ben ik blij dat ik niet met mijn handdoek naar buiten hoef om de doucheruimte op te zoeken. We hebben een klein keukentje, een woonkamer, een slaapkamer en de badkamer in een ruimte. En we hebben een open haard, wat echt wel nodig is om ons warm te houden, want ook hier enkele beglazing en een verwarming in miniformaat. De twee dagen die we hier hebben zullen vooral in het teken staan van warm blijven. Morgen gaan we het stadje bekijken en ook de zonsondergang in het Golden Gate Highlands National Park schijnt de moeite waard te zijn.