Gweta - Reisverslag uit Gweta, Botswana van Annemarie en Bram - WaarBenJij.nu Gweta - Reisverslag uit Gweta, Botswana van Annemarie en Bram - WaarBenJij.nu

Gweta

Blijf op de hoogte en volg Annemarie en Bram

30 Juli 2012 | Botswana, Gweta

Maandag zijn we van Serowe naar Gweta gereden. 's Ochtends de tent opgebroken en snel in de auto gestapt en de kachel aangezet. Koud dat het was! Eerst nog even in een stadje gestopt om ontbijt te halen en te tanken. Als je hier een stadje tegenkomt, moet je er gebruik van maken, want vaak duurt het een eeuwigheid voordat je er weer een ziet. Gedurende de zes uur durende rit hebben we voornamelijk heel veel niks gezien. Het wordt een beetje saai, ik weet het, wij wisten ook niet dat er zoveel niks was. Het enige opmerkelijke was dat we op een gegeven moment het waarschuwingsbord voor overstekende olifanten tegenkwamen, toen gingen we natuurlijk om ons heen kijken. Maar nee, de olifanten bleven uit.
In de middag kwamen we aan in Gweta, een stoffig dorpje. Een verharde weg en een heleboel zandweggetjes lopen door het dorp en daaraan een heleboel rondavels en andere kleine huisjes. Om de huisjes heen alleen maar mul zand, netjes aangeharkt en bladervrij, maar wat een werk moet het zijn om je huisje schoon te houden! We hebben een rondavel bij Gweta lodge. Eigenlijk zouden we hier kamperen, maar na drie nachten slecht en vooral koud slapen lonkte een echt bed. De rest van de dag hebben we rustig aan gedaan, we waren allebei nog moe van het kamperen en de autorit hier naartoe. We zijn nog wel even het dorpje doorgewandeld en dat leverde ons een heleboel zwaaiende kinderen en wat vreemde blikken hier en daar op. We hebben nog even een lekker blikje fris gekocht in het enige winkeltje dat het dorpje telt. Het grootste deel van de winkel was leeg. Omdat we hier geen keuken tot onze beschikking hebben, werd ons gevraagd of we 's avonds mee wilden eten. Omdat er eigenlijk geen andere optie was en de prijs erg meeviel, hebben we kunnen genieten van geroosterde kip, verse worst, gegrild rundvlees, gegratineerde aardappeltjes en salade. Heerlijk! En toen onze volle buikjes ons warme bedje ingerold, en vervolgens geslapen als een blok.

Dinsdag was het dan eindelijk tijd voor een trip die we al lange tijd in de planning hadden, een overnachting op de Makgadikgadi Pans. Dit is een zoutvlakte van 12.000 vierkante kilometer. We gingen 's middags weg met onze gids in zo'n typische safari jeep. We hoefden alleen spulletjes mee te nemen voor de overnachting, voor de rest werd gezorgd. En we waren maar met z'n tweetjes, dus hadden de gids helemaal voor onszelf. Eerst reden we nog een paar uur over zandwegen en door de wildernis, een pad was niet altijd te ontdekken, maar de gids leek precies te weten waar hij was. Onderweg vertelde de gids over allerlei dingen die we tegenkwamen, hier volgt een korte opsomming; termietenheuvels kunnen enorm groot worden en de termieten gebruiken vocht uit de grond en hun speeksel om ze te maken, dit duurt vaak jaren. Mensen uit het dorp mogen een stuk land bewerken in de omgeving en verbouwen daar dan tarwe, mais, bonen of watermeloenen op. Vooral die laatsten zijn erg geliefd bij olifanten, die ze rustig kunnen verorberen, want de eigenaars wonen toch op een halve dag wandelen van hun grond. Hoewel de grond aan de oppervlakte superdroog is, is water niet eens zo heel diep onder de grond te vinden. Baobab bomen zijn een beetje vreemd, ze bestaan voor 95 procent uit water en als ze uitdrogen vallen ze gewoon om. En zo kwamen we nog een heleboel aan de weet over deze omgeving. Halverwege moest er nog gestopt worden om hout te hakken voor het vuur 's avonds. Met een flinke bijl werd er een dood stuk hout omgehakt. Toen we een mooie voorraad hadden, ging de rit weer verder. Overal zagen we sporen van olifanten, hun mest en bomen die ze hadden vernield, maar de olifanten zelf lieten zich niet zien. Steeds verder reden we van de toch al niet zo bewoonde wereld. Heel af en toe kwamen we een hutje tegen met wat koeien en geiten eromheen grazend. Van bosjes werd het landschap uitgestrekter en uiteindelijk konden we de zoutvlakte zien, als een witte streep tegen de horizon. We reden een stukje de vlakte op en kwamen toen bij het kamp. Er stond een bak om vuur in te maken en dat was het. De gids ging de plek echter omtoveren tot een heus kamp, terwijl wij een eindje gingen rondwandelen in al dat niets. Het zout kraakt als platgestampt ijs onder je voeten. De losse brokken wegen niets. En ja, het smaakt echt naar zout, we hebben even geproefd! Toen we terug slenterden naar het kamp ging de zon al bijna onder en stond er een gedekte tafel (compleet met tafelkleed!) voor ons klaar. In het vuur stonden twee potten met eten warm te worden. Nadat we nog flink wat plaatjes van de zonsondergang hadden geschoten, was het eten warm en konden we ons tegoed doen aan een stoofpot van ossenstaart en aan rijst. Als toetje was er nog een crumble met eigengemaakte custard voor ons. Het smaakte echt heerlijk (al zal de omgeving daar ook mee te maken hebben gehad)! Na de maaltijd was er behalve thee drinken en om het vuur staan om warm te blijven niet meer zoveel te doen. Dus heeft onze gids onze bedjes uitgerold en konden we gaan slapen. De bedjes waren gelukkig lekker zacht en warm, want het was behoorlijk koud! En dan lig je in je bedje en zie je de meest fantastische sterrenhemel! We hebben allebei meerdere vallende sterren gezien. Verder kon je ondanks dat de maan klein was, een heel eind over de zoutvlakte kijken, want die is ook wit van kleur dus dat reflecteert. Volgens de gids is het met volle maan bijna als dag, zo licht 's nachts. En het enige wat we nog hoorden was het geluid van de olifanten die een eind verderop tussen bomen en struiken aan het rondstruinen waren (we begrepen pas wat de geluiden waren toen de gids het de volgende ochtend zei). Desondanks snel in slaap gevallen, maar (gelukkig) nog een enkele keer wakker geworden en de machtige sterrenhemel bewonderd. 's Ochtends moest ik Bram wakker maken met de mededeling dat de dag eraan kwam. Het licht veranderde van een rooie en oranje gloed in een steeds feller wordend licht tot eindelijk de zon opging. De gids was ondertussen al wakker en had het vuur opgestookt, dus toen wij eindelijk klaar waren met foto's maken en aankleden, konden we bij het warme vuur gaan staan en ontbijten met scones, boord en thee. Tenslotte was het nog tijd voor het Makgadikgadi spel. Nooit van gehoord? Wij ook niet, maar de gids glunderde al bij de mededeling dat we dit gingen spelen. Hij sleepte de koelbox een heel eind de vlakte op, kwam terug en vertelde wat over het ontstaan van de enorme zoutvlakte. Toen blinddoekte hij Bram en gaf Bram de opdracht om naar de koelbox toe te lopen. Bram deed het heel goed, hij kwam best dicht in de buurt! Mijn afwijking was stukken groter. De boodschap was dat je bij je auto moet blijven als je verdwaalt, omdat je geen enkel markeerpunt in het landschap hebt. Wachten op hulp geeft meer kans op overleven dan op pad gaan. En er zijn al meerdere mensen omgekomen op deze manier. Ik moet dus vooral bij Bram blijven, dat is duidelijk:)! De gids pakte alle spullen weer in en de terugreis kon beginnen. Eerst gingen we echter nog stoppen bij een kolonie stokstaartjes die in de duinen vlakbij de zoutvlaktes woont. Wat een leuke diertjes zijn dat! Ik begrijp helemaal waarom er een televisie serie over is gemaakt! Ze zien er schattig uit en als ze rondscharrelen en rechtop gaan staan is dat een super grappig gezicht! Terwijl wij er waren, stonden ze rechtop met hun buikjes in de zon om op te warmen. Daarna reden we terug naar Gweta, waar we de rest van de dag hebben uitgerust.

Donderdag was het tijd om afscheid te nemen van de lodge en gingen we richting Selebi Phikwe. Dit is een stadje in het zuidoosten van Botswana en was voor ons een stopover op weg naar Phalaborwa, Zuid Afrika. Een reisdag van zo'n zeven uur. Het begint ons nu op te vallen dat waar wij op de heenweg nog dachten dat er hier helemaal niks en niemand woont, het nu blijkt dat er best wat paadjes van de grote weg de bush in lopen waar dan verderop een aantal hutjes staan. Maar deze mensen wonen wel super afgelegen, een winkel vind je pas na uren rijden. En met hun aangespannen ezeltjes gaan ze bepaald niet snel (maar het is wel een mooi gezicht). We zagen op een gegeven moment een enorme vogel vliegen en ergens landen. Het bleek dat er een dode koe langs de weg lag, en er zaten al een stuk of vier gieren bij. Enorme vogels, die niet konden wachten om het dier aan te vreten. We keken onze ogen uit.
's Middags ingecheckt in een hotel waar je ook per uur een kamer kunt huren.... En dus maar meteen even Selebi Phikwe verkend. Hier waren we echt de enige blanken op straat, en hoewel we ons niet onveilig voelden, was het wel een beetje ongemakkelijk, want we werden wel echt aangestaard. Na wat inkopen en een hapje eten bij een kiprestaurant (geen aanrader), zijn we terug gewandeld naar ons hotel en vroeg in bed gekropen. De hele nacht als een blok geslapen en 's ochtends om half acht weer in de auto gestapt. Afscheid nemen van Botswana, want vandaag gaan we terug naar Zuid Afrika. Onderweg kwamen we voor de zoveelste keer bij een checkpoint waar ze controleren of je dieren of dierlijke producten bij je hebt. Zo willen ze de uitbraak van bepaalde ziektes bij dieren voorkomen. Dit keer moesten we echter ook met onze auto door een bak met een bepaald goedje rijden. En we moesten er zelf ook doorheen lopen en al het schoeisel dat we verder bij ons hadden erin dopen. We hadden geen schaap oid in de kofferbak liggen, dus we mochten verder rijden. Na een paar uur rijden kwamen we bij de grenspost en na alle formaliteiten geregeld te hebben en de laatste Pula's uitgegeven te hebben, stonden we weer in Zuid Afrika. En nog geen half uur later werden we op de bon geslingerd voor te hard rijden. Dat is dan weer jammer. Schrale troost is dat dat hier een schijntje kost in vergelijking met Nederland. Dus betalen en weer verder rijden. Het landschap veranderde van droog en super vlak in heuvelachtiger en meer open vlaktes. In Botswana konden we meestal alleen de boompjes en struiken langs de weg zien en verder niets. Nu konden we veel verder kijken. En na nog een paar uur kwamen we zelfs weer hoge, groene (naald)bomen tegen en het grappige was dat dat ons opviel! We slingerden door bergachtig gebied met naaldbos en meertjes, wat een verschil met vanochtend! Er werd hier aan de weg gewerkt, waardoor we al met al wel een half uur moesten wachten. Maar rond half vijf reden we Phalaborwa binnen en vonden al snel Elephant Walk, ons backpackers voor de komende drie nachten. De poort naar het Kruger Park ligt op nog geen tien minuten rijden, ideaal. Morgen doen we rustig aan en zondag gaan we het park in. Hopen dat we een heleboel dieren zien! Bram hoopt vooral op olifanten...

  • 30 Juli 2012 - 20:44

    TES:

    Super verhaal weer....
    Keken ze jullie aan omdat jullie blank waren en Bram best groot?
    Wat een ervaring die zoutvlakte!!!
    Stiekum nog een brokje zout meegenomen?
    Kan ik mooi een speciale scrubbehandeling mee geven ;-)
    groetjes Tom Eva en Sam

  • 01 Augustus 2012 - 00:01

    30 Juli 2012 / PaMa:

    Wat een avonturen en belevenissen
    je kunt er wel een boek van maken!!
    Nog veel reis plezier en op naar de 5

    Groetjes PaMa

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Annemarie en Bram

We gaan naar Zuid-Afrika!

Actief sinds 29 Juni 2008
Verslag gelezen: 415
Totaal aantal bezoekers 38689

Voorgaande reizen:

17 Juli 2013 - 17 Juli 2013

Sri Lanka 2013

01 Augustus 2011 - 25 Augustus 2011

Indonesie 2011

12 Juli 2010 - 12 Augustus 2010

Zuid-Afrika 2010

03 Juli 2009 - 28 Juli 2009

Mijn zesde reis

30 November -0001 - 30 November -0001

Terug naar Afrika!

Landen bezocht: