Underberg - Warner Beach

Gisteren hebben we onze nog zeer gevoelige lichamen weer in de auto gehesen en zijn we richting Warner Beach gereden. Tijd om afscheid te nemen van Drakensbergen en dat is op zich jammer, want het is een ontzettend mooi gebied. We vinden het nu echter wel tijd worden voor wat warmte en de keus om af te dalen naar de kust heeft daar zeker mee te maken. We willen eindelijk die korte broeken eens uit de verre dieptes van onze koffer kunnen graven! De kust van Kwazulu-Natal en vooral de stad Durban staan bekend om lekker weer gedurende het hele jaar. Durban is een erg grote stad met zo'n 3,5 miljoen mensen en we zagen het niet zo zitten om in die stad te gaan verblijven, dus hebben we gekozen voor een dorp zo'n dertig kilometer onder Durban, Warner Beach.
We kwamen hier na zo'n drie uur rijden aan en hebben een hostel gezocht. Deze zit middenin een woonwijk en hoewel de tomtom zei dat we hier toch echt moesten zijn, twijfelden we, want er was niks dat duidde op een hostel. Toch maar even gaan vragen en gelukkig zaten we goed en was er een kamer vrij tegen een zeer redelijke prijs. Een kamer met uitzicht op zee en het geluid van de branding op de achtergrond, niet verkeerd dus! Ook hier is weer een gemeenschappelijke keuken, dus we hebben opnieuw zelf gekookt en zijn daarna vroeg naar bed gegaan.
Vandaag zijn we Durban gaan bekijken. Een grote stad en zoals met alle grote steden niet bepaald een plezier om met de auto te bezoeken. Na enige hectiek heeft de tomtom ons netjes naar een parkeergarage geleid; die hadden we zelf echt nooit gevonden! Toen met de reisgids en het fototoestel op pad. Dit is de eerste grote stad die we na Johannesburg aandoen en dat is weer even wennen; hier zijn flats, grote kantoorcomplexen en andere hoogbouw. Maar bovenal zijn er heel veel mensen. En dan is het leuk om een groen stukje stad op te zoeken, in dit geval een soort parkje, en eens om je heen te kijken. Dan zie je de mensen hier vooral veel eten, iets dat ons al eerder was opgevallen. Hier in de stad zijn dat niet zulke exotische dingen, je hebt hier namelijk de gewone supermarkten en de ons bekende fastfoodketens. Na zelf ook een bakje koffie te hebben gedronken zijn we verder geslenterd richting de stranden. Durban staat echt bekend om zijn stranden en heeft daardoor ook een beetje een laid-back imago. De stranden zijn inderdaad prachtig, wit zand en een blauwe zee. Op een paar plekken op het strand stonden heel veel mensen bij elkaar, dus daar zijn we een kijkje gaan nemen. Deze mensen kwamen allemaal sardines kopen die vissers met rubberboten en netten op het strand brachten. We hadden op de radio al gehoord dat de jaarlijkse sardine-trek deze dagen langs Durban gaat. Dit moet een spectaculaire gebeurtenis zijn, want niet alleen komen de sardines in grote scholen voorbij, ook andere dieren zoals haaien, dolfijnen en verschillende vogels komen erop af. Wij kregen het alleen vanaf de wal mee, maar dat was ook al spectaculair! De netten werden door een aantal jongens al zwemmend binnengehaald en toen werd de opening van het net aan de achterkant van een jeep vastgemaakt, zo konden er geen grijpgrage handen voortijdig bij de sardines. Een aantal jongens vulden in de netten kratten met sardines en brachten deze naar de jeep. En hier werden ze dan verkocht aan al die mensen die met een plastic tasje of een krat stonden te wachten.
Na nog wat rondgekeken te hebben in de rest van het stadscentrum, hebben we auto gepakt en zijn we terug gereden naar ons stekje in Warner Beach. Hoewel het weer hier inderdaad heerlijk aangenaam is, gaan we morgen toch weer verder, want zoveel is hier niet te zien. We rijden dan naar Coffee Bay, een dorpje aan de Wild Coast. Het heeft zijn naam te danken aan een schip dat na schipbreuk geleden te hebben zijn lading aan wal bracht en daar opsloeg. Deze lading bestond uit koffie. Voordat we daar zijn, hebben we eerst nog een reis van zo'n zeven uur voor de boeg.